Geschiedenis, het verhaal van Noordhoek

De Sint Jozefschool in Noordhoek is in 1923 geopend. Vanaf dat moment hoefden de kinderen niet meer, veelal te voet, naar de scholen van Standdaarbuiten of Klundert. De bouw van de school begon nadat de kerk opgeleverd was. In die periode werd ook de pastorie en de woning van de hoofdonderwijzer gebouwd. Laatstgenoemde was (vanuit Sint Jozefstraat gezien) links van de school gelegen. Tot dat moment stelde het dorp overigens niet heel veel voor. Ruim vijftig jaar voor de bouw van kerk en school (dus ca 1850) telde het dorp slechts 36 huizen met 266 inwoners.

De naam van het dorp is al in de zeventiende eeuw ontstaan en was een samenstelling van “noordelijke uithoek”, gezien vanuit de Oudlandse Polder. Dit gebied is oorspronkelijk ontstaan door inpoldering waarvoor de markies van Bergen op Zoom, Jan III van Glymes, in 1525 opdracht had gegeven. In 1613 werd de polder uitgebreid met de Mancia-Winterpolder en in deze polder werd jaren later Noordhoek gesticht. De oudste publicatie waarin over “Noordhoek” wordt gesproken, dateert van 1680. In die tijd was er in het gebied tussen Standdaarbuiten en Klundert sprake van boerenbedrijvigheid die vooral op de vlasteelt was gericht.

De bouw

De eerste aanzet tot de bouw van kerk met school is eind negentiende eeuw gegeven door de latere Bisschop Hopmans die in 1865 als zoon van Willem Hopmans en Cornelia Blommerde in Noordhoek was geboren. Op dat moment was hij nog secretaris van Bisschop Leijten te Breda. Adrianus Petrus Hopmans was vanaf 1914 Bisschop van Breda en is in 1951 op 85-jarige leeftijd overleden. Hij heeft ondanks diverse pogingen het niet voor elkaar gekregen om in Noordhoek een parochie te stichten met gelijktijdige bouw van kerk en school. Dat lukte 20 jaar later pastoor Verheijen wel. Hij kreeg het voor elkaar dat het Bisdom hem de opdracht gaf tot het starten van de bouw van de kerk. Ruim voor de eeuwwisseling had boer van Beek het bisdom een perceel grond gelegen aan de Hoop geschonken dat bestemd was voor de bouw van de kerk. Omdat deze grond niet geschikt bleek, is het perceel geruild tegen de latere ondergrond van de kerk.

Het bouwen van de kerk en pastorie werd gegund aan Aannemersbedrijf H. Martens te Oosterhout voor respectievelijk fl 89.400 en fl 27.255. De bouw bleek mede door toepassing van de verschillende bakstenen zeer arbeidsintensief. Materialen werden per schip via de Mark in Standdaarbuiten aangeleverd en vervolgens met paard en wagen naar Noordhoek gereden. Maar de bouw verliep verder voorspoedig en op 4-9-1922 werd de kerk in het bijzijn van bisschop Hopmans plechtig ingewijd. Het Oosterhoutse bouwbedrijf dat de bouw van de kerk had aangenomen heeft volgens overlevering de klus niet overleefd en is kort na oplevering failliet verklaard. Daarmee is de Noordhoekse kerk enkele jaren ouder dan de kerk in Standdaarbuiten die in 1924 is herbouwd.

Dom Paul Bellot

Vanuit de gemeente Standdaarbuiten kwam, hoewel vertraagd, toestemming tot de bouw van de school. Hierbij was erkenning van de nieuwe parochie door de Staat der Nederlanden noodzakelijk. Deze erkenning kwam op 11 juni 1921. De kerk werd ontworpen door de Franse benedictijner monnik Dom Paul Bellot. Het was de eerste parochiekerk in Nederland die door hem werd ontworpen.

Paul Bellot werd in Parijs in 1876 geboren. Afkomstig uit een architectenfamilie, reden waarom ook hij architectuur gaat studeren en hij haalt zijn diploma in 1900. Zijn eindexamen werkstuk wordt tentoongesteld op de wereldtentoonstelling Parijs in 1901. In 1902 besluit hij monnik te worden en treedt hij in bij de Benedictijnen van Solesmes te Frankrijk. Eén van zijn eerste opdrachten was de bouw van de Paulusabdij te Oosterhout. In 1911 werd hij tot priester gewijd.

Enkele jaren later kreeg hij toestemming om in de Paulusabdij een architectenbureau op te richten dat vooral gericht was op kerken en kloosters. Bekende werken van hem zijn onder meer de Adalbertkapel in Bloemendaal, St Gertrudiskerk in Heerle, OLV Onbevlekt Ontvangen in Waalwijk, de Theresiakerk in Nijmegen, de Mariakerk in Leerdam en de Heilig Hartkerk in Eindhoven. Deze opdrachten dateren vooral van 1922 t/m 1927.

Inmiddels had Paul Bellot ook internationaal als architect faam gemaakt en zijn werk is dan ook in vele landen te vinden zoals Frankrijk, België, Portugal, Argentinië en Canada. Tot 1928 verblijft hij in Oosterhout. Zijn leerling Hendrik van de Leur voltooit de projecten in Nederland en ontwerpt nog diverse kerken in de stijl van Bellot. Het ontwerp kenmerkt zich als zogenaamde interbellumkerk met kleine toren. Wordt ook wel zaalkerk genoemd en is gebouwd in expressionistische stijl, geheel gebouwd in verschillende kleuren baksteen.

Ook de lagere school werd in dezelfde sfeer ontworpen door Paul Bellot. Realisatie bleek moeizaam omdat de gemeenteraad van Standdaarbuiten niet akkoord ging met het aanvankelijke plan dat gebudgetteerd was op 50.000 gulden. Na een jaar van discussies en getouwtrek ging de raad uiteindelijk akkoord met een versoberd plan dat fl 30.680 gulden vergde voor de school en fl 12.340 voor de hoofdonderwijzerswoning. De bouw werd uitbesteed aan de laagste inschrijver, namelijk Gebroeders van Alphen te Oosterhout. Ook dit bouwbedrijf dat de school bouwde, overleefde deze klus niet en ging kort na oplevering failliet. De school bestond uit 3 klaslokalen en een gymzaal en werd op 8-6-1923 formeel opgeleverd. Het dorp groeide na de oplevering van kerk en school en de totstandkoming van de parochie gestaag.

De oprichting van de vlasfabriek (roterij in Groeneweg) in 1937 betekende een extra boost voor het dorp.

Tweede wereldoorlog

Noordhoek is in de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen. In 1944 is het dorp bij gevechten tussen Duitsers en geallieerden zwaar beschadigd. Het dorp is gedurende vier dagen vooral door onze bevriende geallieerden beschoten om de Duitsers te verdrijven, waardoor vooral de kerk, pastorie, school en onderwijzerswoning zwaar werden beschadigd. De kleuterschool (die toen naast de hoofdonderwijzerswoning was gelegen) werd totaal vernield door een bominslag (een nieuwe kleuterschool aan de Kerkring is gebouwd in 1955). Geen enkel gebouw was intact gebleven. Het hele dorp was verwoest, velen hadden niets meer over dan de kleren die zij aan hadden.

Verder hebben ook enkele mensen bij de oorlogshandelingen het leven verloren. Vooral op zaterdag 4 november 1944 waren de aanvallen door geallieerden heftig. Er werd geschoten op alles wat bewoog. Vooral bommen vanuit Amerikaanse vliegtuigen en mortiergranaten vanuit grondgeschut bleken fataal. Heel Noordhoek stond in brand, maar de laatste Duitse bezetters gingen er vandoor ofwel werden ter plekke doodgeschoten. Deze gevechten vonden plaats terwijl de Polen een kleine week eerder Breda en omstreken al op 29 oktober 1944 hadden bevrijd. Een dag later, op 30 oktober, werd Roosendaal en omgeving vooral door de geallieerde Britten bevrijd. Waarschijnlijk waren vele Duitsers eind oktober vanuit de regio’s Breda en Roosendaal richting Noordhoek gevlucht, reden waarom er sprake was van relatief veel Duitse bezetters.

Ook het café, dat oorspronkelijk op het kruispunt lag, werd geheel verwoest. Na de oorlog werd café de kroon honderd meter verderop herbouwd

Vanwege de uitzonderlijke verwoesting van het dorp werd in 1946 (toen nog prinses) Juliana in Noordhoek ontvangen. Zij kwam zich persoonlijk op de hoogte stellen van het drama dat zich hier had afgespeeld.

De Noordhoekse bevolking was echter niet gewend bij de pakken neer te zitten en binnen enkele jaren rezen de woningen en de vlasbedrijven weer als paddenstoelen uit de grond. Na de Tweede Wereldoorlog nam door de mechanisatie het belang van de landbouw voor de werkgelegenheid geleidelijk af.

Vlasindustrie

In de bloeiperiode van de vlasindustrie verdiende circa 80 procent van de bevolking van Noordhoek er een goed belegde boterham mee. Het was wel zwaar werk en er werden lange dagen gemaakt. Het hele gezin werkte mee, alles draaide om vlas. Vlas is overigens een grondstof voor kleding en visnetten. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er echter concurrentie van synthetische garens en goedkoop Russisch vlas. De milieubelasting op het oppervlaktewater deed de rest. Dat was de genadeslag. Boeren konden dat eenvoudig niet langer opbrengen.

De Noordhoekers zaten echter wederom niet bij de pakken neer en schakelden massaal over op de champignonteelt die enkele tientallen jaren tot eind twintigste eeuw floreerde. vlasrepelen door familie Veeken noodwoningen aan de Groeneweg die meteen na de oorlog zijn gebouwd en in de zeventiger jaren weer zijn afgebroken Met het verdwijnen van de vlasindustrie is helaas ook het bijbehorende uitzicht verdwenen; de eindeloze vlasvelden met blauwe of witte bloemenpracht in juni. Thans is de beroepsbevolking breed georiënteerd, mede door de vestiging van industrieën in de regio.

Watersnoodramp

Hoewel het dorp niet direct getroffen werd door de watersnoodramp, die plaatsvond in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953, had deze zeker impact. Het water kwam tot precies achter de dijk van polder Het Nieuwland (Mancia Winterpolder), op enkele honderden meters afstand van de bebouwde kom van Noordhoek. De nabijgelegen plaatsen Fijnaart/Heijningen met 76 doden en Klundert met 17 doden toonden aan hoe dicht de ramp genaderd was. Het buurtschap de Druif, dat aan het einde van de Klundertsedijk is gelegen, stond geheel onder water. De ramp was het gevolg van een combinatie van zware storm uit noordwestelijke richting die het zeewater aan de kust opstuwde, met een daarmee samenvallend tijdstip van hoogwater, het getijde vloed en springtij. In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. De overstromingen zetten grote delen van Zuid-Holland, Zeeland en West-Brabant onder water. Alhoewel een groot gebied werd overstroomd, werden sommige plaatsen veel zwaarder getroffen dan andere. In totaal vielen er in Nederland 1836 doden en zo’n 100.000 mensen verloren hun huis en bezittingen. Veel Noordhoekers hebben in die periode gedupeerden, vooral vanuit Fijnaart/Heijningen en Klundert, voor langere tijd opgevangen.

Pastoor Koopmans

Ter ere van het zilveren (25-jarige) priesterjubileum van pastoor Koopmans, die de parochie van 1950 tot 1955 had geleid, werd het monument aan het kruispunt Sint Jozefstraat gebouwd. Het monument diende als kapel met kruisbeeld en ter vervanging van een eerder kruisbeeld dat in de oorlog verloren is gegaan. Koopmans werd in 1955 opgevolgd door Pastoor Raaymakers.

Overigens grensde het “oude” kruisbeeld aan het toenmalige café dat aan het kruispunt stond en ook tijdens de oorlog geheel verwoest is. Na de oorlog is het café op korte afstand in de Sint Jozefstraat herbouwd.

Nieuwe kleuterschool

De nieuwe kleuterschool aan de Kerkring is gebouwd in 1955. In dat jaar werd het kleuteronderwijs voor 4- en 5 jarigen ook wettelijk geregeld. De lagere school telde toen nog 6 klassen. In 2005, gelijktijdig met de opening van de nieuwe basisschool, is de kleuterschool uit de Kerkring vertrokken.

Brandweerkazerne

De Kerkring was vooral bekend als straat waarin de brandweerkazerne van Noordhoek was gevestigd. Men beschikte over een zeer enthousiast vrijwillig korps met eigen brandweerauto. Helaas heeft men rond de eeuwwisseling moeten besluiten de eigen kazerne te sluiten en samen te gaan met het korps van Standdaarbuiten dat in 2008 een geheel nieuwe kazerne kreeg.

Collectief vriesgebouw

Ook was er in de Kerkring in de jaren 50 en 60 een collectief vriesgebouw. In die tijd hadden gezinnen over het algemeen geen eigen vrieskist en inwoners konden in het vriesgebouw unit(s) huren. Het was gebruikelijk dat vlees in grote hoeveelheden (veelal van eigen geslacht varken of rund) werd ingevroren.

In die tijd had Noordhoek nog een winkel, de Végé, die vele jaren is gerund door de familie van Geel.

In de school vonden regelmatig ook belangrijke gebeurtenissen plaats zoals bijvoorbeeld getoond op deze foto. Pastoor Raaymakers spreekt in 1963 de nieuwe burgemeester Hamel toe die die dag werd geïnstalleerd. Vlnr namens gemeenteraad en de school Mevr. Hoppenbrouwers-Buckens, pastoor Raaymakers, raadslid Riek van der Horst, wethouders Cees de Wit en Cees Kouters, en het echtpaar Hamel.

Gemeentelijke herindelingen

Door de gemeentelijke herindelingen van 1997 is er een einde gekomen aan de verwarde tweedeling van Noordhoek in een Standdaarbuitens deel en een Klunderts deel. Vanaf dat moment valt het gehele dorp onder de Gemeente Moerdijk. Dankzij jarenlang lobbyen is het de Noordhoekers vervolgens in 2007 eindelijk gelukt een eigen postcode te verwerven en gelijktijdig zijn enkele straatnamen aangepast.

In 2005 werd de nieuwe basisschool geopend. Dit moderne gebouw is tegen de oude school gebouwd die overigens al jaren niet meer dienst deed als school omdat er gebruik van “noodlokalen” werd gemaakt. De gymzaal in de oude school bleef wel gebruikt, vooral ten behoeve van de basisschool maar ook door enkele lokale verenigingen. In de oude school was ook tientallen jaren de plaatselijke bibliotheek en kruisvereniging gevestigd. Sinds mensenheugenis dient de foyer van de ouwe school ook als stemlokaal. Mevr. Hoppenbrouwers is tientallen jaren voorzitter van dit stembureau geweest en tegen de regels in vroeg zij nooit om een legitimatie omdat zij simpelweg iedereen kende.

Verenigingsleven

Sinds mensenheugenis is de plaatselijke voetbalvereniging het meest belangrijk. De oorsprong van de voetbalvereniging dateert van 1937, toen NVV werd opgericht. In die periode waren er 2 seniorenelftallen en 1 jeugdteam die onderling tegen verenigingen in de regio speelden (niet formeel KNVB). Clubkleur in aanvang gele shirts met zwarte broeken. Men speelde in de wei van dhr. Stoop op “de Hoop”. NVV is in 1943 vanwege de oorlog en aandringen van pastoor Martens (die het kerkbezoek zag teruglopen), opgeheven. In 1946 werd de KAJ (de Kajotters) opgericht als initiatief tot heroprichting van de voetbalvereniging. Men schreef zich met 2 seniorenteams in bij KNVB, weliswaar onder de nieuwe naam R.K.V.V.N. (Rooms Katholieke Voetbal Vereniging Noordhoek). Clubkleuren waren wit shirt met zwarte broek. Meteen in het eerste seizoen werd het eerste elftal kampioen in de 2e klasse. Van 1950 t/m 1955 werden de trainingen gegeven in het gymzaaltje van de lagere school. In 1955 verhuisde de vereniging van “de Hoop” naar het weiland van Mulders aan de Bisschop Hopmansstraat/Buitendijk waarop een jaar later een kleedlokaal werd gebouwd. In 1968 werd het nieuwe voetbalcomplex aan de Kapellenhof geopend. In 1970 groeide het ledenbestand fors tot boven de 140, mede omdat in dat jaar dames en meisjes werden toegelaten.

Vooral in de jaren zestig, zeventig en tachtig was de duivensport in Noordhoek zeer populair. De postduivenvereniging “de Gevleugelde Vrienden” telde tientallen actieve leden die nagenoeg wekelijks aan de grote Nederlandse wedstrijden deelnamen en daar ook regelmatig successen boekten. Voor de wedstrijd werden duiven in het plaatselijk café ingekorfd en vervolgens veelal richting Frankrijk vervoerd om daar gelijktijdig gelost te worden. Op zondagochtend stonden de leden dan hoopvol naar de lucht te turen.

Sinds 1957 wordt het carnavalsfeest in Noordhoek georganiseerd door Stichting de Kantemaaiers. Het hoogtepunt is jaarlijks de grote optocht op zondagmiddag maar ook het feest van “de elfde van de elfde” wordt door het bestuur geregeld. Het bestuur bestaat uit de leden van de raad van elf. Sinds jaren is er ook een jeugdraad.

In 1970 werd tafeltennisvereniging Smash opgericht, dit nadat een aantal Noordhoekse jongeren recreatief getafeltennist hadden in een oude vlasschuur. Omdat korte tijd later bleek dat er meerdere tafeltennisverenigingen met de naam “Smash” waren, is de naam gewijzigd in Smash 70. De vereniging nam intrek in de gymzaal van de lagere school. Het jaar daarop startte het jongensteam als eerste in de NTTB-competitie. Een jaar later werd het eerste seniorenteam in de NTTB-competitie ingeschreven. De jaren 1974 en 1990 waren topjaren met in totaal 9 teams die deelnamen aan de competitie. In de jaren tachtig bereikte vooral het damesteam successen die leidden tot promotie tot de landelijke derde divisie. Het aantal leden bedroeg in die jaren meer dan 70. Clubkleuren zijn zwart/rood. Eind jaren negentig nam de belangstelling vooral vanuit de jeugd af en spelen er nog uitsluitend senioren die aan regionale competities zoals Becreanten, RRTC en Duocup deelnemen.

In hetzelfde startjaar als de tafeltennisvereniging is in 1970 ook de ruitervereniging de Manciaruiters opgericht. Deze paarden- en ponyvereniging is gehuisvest aan de Vlietweg waar men over een paardenbak met verlichting beschikt. Betreft een kleinschalige maar stabiele vereniging die dikwijls activiteiten organiseren. Vele jaren is aan de Vlietweg de zogenaamde “Pas de Deux” avond gehouden, een populaire avond waarop ruiters in tweetallen een gethematiseerde kür op muziek rijden. Vaak verkleed en zelfs verlicht!

Vanwege de zeer beperkte keuze van sportmogelijkheden in Noordhoek werd midden jaren zeventig de roep om een plaatselijke tennisvereniging steeds groter. Dat resulteerde in 1978 tot oprichting van tennisvereniging “T.V. De Hoop. Bij de oprichting beschikte men over 2 banen. Het ledental steeg meteen na oprichting snel tot boven de 110! In 1980 werd het clubgebouw in gebruik genomen. In 1981 volgde aansluiting bij de KNLTB. Tot dat moment werd deelgenomen aan informele kringcompetities. In 1986 werd de derde baan in gebruik genomen en in 1989 werd besloten tot de bouw van een geheel nieuw clubhuis dat het jaar daarop formeel werd geopend. De banen zijn van kunstgras zodat er jaarrond gespeeld wordt.

In de jaren zeventig en tachtig zijn er een tweetal initiatieven geweest tot de start van een volleybalvereniging in de gymzaal van de lagere school. Aanvankelijk een recreantenteam dat wekelijks met een beperkt aantal leden een balletje sloeg en later een meer serieuze poging met > 20 leden en deelname aan heren en damescompetitie. Vooral omdat het gymzaaltje eigenlijk te klein en te laag is voor volley, bleken deze initiatieven steeds van korte duur.

Sinds 1991 wordt er in Noordhoek in verenigingsverband jeu de boules gespeeld. De laatste decennia op de 6 banen die naast het schoolplein zijn gelegen, vóór het appartementencomplex. Er zijn een veertigtal actieve leden die wekelijks vooral onderlinge
competities spelen maar ook buiten de vaste speelavond zijn de banen regelmatig bezet.